Maasdriel - Meerdere verdachten aangehouden in ondermijningsonderzoek, verdachte betaalt half miljoen
De politie heeft een langdurig onderzoek naar witwassen, fraude en belastingontduiking in de gemeente Maasdriel grotendeels afgerond. In 2021 deed de politie al invallen, er werden toen zeven verdachten aangehouden. In 2022 werden er nog eens vijf verdachten aangehouden. Het totaal aantal aangehouden verdachten komt daarmee op twaalf uit. Het onderzoek leidde er onder meer toe dat één van de verdachten een openstaande vordering betaalde van ruim 500.000 euro. Het onderzoeksdossier wordt nu naar het Openbaar Ministerie gestuurd, dat begin volgend jaar beslist over het vervolg van de zaak.
In 2022 zijn er invallen gedaan bij bedrijven die goederen leverden aan de hoofdverdachten. Er werd administratie in beslag genomen voor verder onderzoek. Er werden toen vier verdachten aangehouden op verdenking van betrokkenheid bij het witwassen, fraude en belastingontduiking. Bij hun aanhoudingen waren de verdachten een man van toen 40 jaar oud uit Zaltbommel, een man van 52 jaar uit Tilburg, een 59-jarige man uit Kerkdriel en een 61-jarige inwoner van Sint-Michielsgestel. Alle verdachten in dit onderzoek zijn na verhoor heengezonden, in afwachting van het verdere onderzoek. Ook de Belastingdienst is betrokken bij dit onderzoek.
Zilverstaven in tuin
In het onderzoek werken politie, Openbaar Ministerie, Belastingdienst, FIOD en gemeente Maasdriel nauw samen binnen het samenwerkingsverband RIEC. In oktober 2021 werden er zeven verdachten aangehouden. Toen werden er ook wapens gevonden en in een tuin bleken honderden kilo’s zilver verstopt te liggen. In juli 2022 werd er een verdachte aangehouden in Rotterdam, toen werden er honderdduizenden euro’s aan contant geld in beslag genomen.
Half miljoen
Eén van de verdachten werd jaren geleden veroordeeld en moest de staat ruim 500.000 euro aan crimineel verkregen vermogen terugbetalen. Dat was nog niet volledig gebeurd, omdat de verdachte geen inkomen zou hebben. Door dit onderzoek kon aangetoond worden dat er wel degelijk geld aanwezig was en is het restant van de openstaande vordering alsnog betaald.