Heerwaarden - Eigenaar loslopende hond vrijgesproken van veroorzaken dodelijk ongeluk
De rechtbank spreekt een 62-jarige man uit Heerewaarden vrij van het veroorzaken van een dodelijk ongeluk. De man verloor op een dijk zijn loslopende hond kortstondig uit het oog. Vlak daarna viel een passerende fietser. Het slachtoffer overleed in het ziekenhuis aan zijn verwondingen. De officier van justitie vroeg de rechtbank de man te veroordelen voor het veroorzaken van gevaar of hinder. Volgens de rechtbank blijft het onduidelijk waarom het slachtoffer van de fiets viel. Zij vindt niet dat het baasje van de hond in deze specifieke situatie gevaar of hinder heeft veroorzaakt. De rechtbank spreekt de man daarom vrij.
Op een avond in juli 2022 fietste de man met zijn hond op een rustige dijk. De hond liep zoals vaker daar los, wat op die plek ook mag. Het slachtoffer en zijn partner fietsten de man tegemoet. De man liet zijn hond rechts van hem in de berm lopen. Op het moment dat het slachtoffer de man passeerde, verloor de man zijn hond kortstondig uit het oog. Hij zag dat zijn hond niet meer rechts naast hem liep. Kort daarna viel het slachtoffer van zijn fiets. In het ziekenhuis besloot men in verband met de slechte prognose het slachtoffer niet verder te behandelen en overleed hij.
Toedracht ongeluk onduidelijk
Op basis van het dossier kan de rechtbank niet vaststellen wat er precies is gebeurd voordat het slachtoffer van zijn fiets viel. De precieze toedracht van het ongeluk blijft dus nog altijd onduidelijk. De officier van justitie klaagde de man voor verschillende varianten van het veroorzaken van een (dodelijk) ongeluk aan. Tijdens de zitting vroeg de officier van justitie om de man van 3 van die varianten vrij te spreken, maar wel te veroordelen voor het veroorzaken van gevaar of hinder (artikel 5 van de Wegenverkeerswet).
Vrijspraak
De rechtbank vindt – net als de officier van justitie en de advocaat van de man – dat niet bewezen kan worden dat de man in dit specifieke geval in strafrechtelijke zin ‘schuld’ heeft aan het fietsongeluk.
De vraag die overbleef, is of de man – door zijn hond los te laten lopen – veroordeeld moest worden voor het veroorzaken van gevaar of hinder. Volgens de rechtbank is dit niet het geval. Voor een veroordeling hiervoor moet sprake zijn van concreet gevaarzettend gedrag of hinder. De rechtbank overweegt dat het fietsen met een loslopende hond in een gebied waar dat is toegestaan, niet per definitie gevaarlijk is. Daarbij was de hond ook gewend om los te lopen. De rechtbank vindt het kortstondig uit het oog verliezen van zijn hond – in dit specifieke geval en onder deze omstandigheden – niet een handeling waar artikel 5 van de Wegenverkeerswet voor bedoeld is. De rechtbank spreekt de man daarom vrij van alle verdenkingen.