Hedel - Hoofdverdachte bijna 20 jaar cel in voor afpersingspoging en betrokkenheid
De rechtbank veroordeelt 5 mannen voor een reeks aanslagen op woningen van (voormalige) medewerkers van een fruitbedrijf uit Hedel. Het gaat om de opdrachtgever (de hoofdverdachte), 1 tussenpersoon en 3 uitvoerders. De opdrachtgever krijgt met een gevangenisstraf van 19 jaar en 10 maanden de hoogste straf. De tussenpersoon krijgt een gevangenisstraf van 9 jaar. De uitvoerders krijgen een gevangenisstraf van 2 jaar en 6 jaar. De 3e uitvoerder krijgt 16 maanden jeugddetentie en de PIJ-maatregel (jeugd tbs) opgelegd. De rechtbank spreekt verder 3 verdachten vrij wegens gebrek aan bewijs.
Regio leeft in angst
De gepleegde aanslagen zijn onderdeel van een landelijk bekende, grote afpersingszaak van een fruitbedrijf uit Hedel. Deze afpersingen begonnen in mei 2019 na de ontdekking van een grote hoeveelheid cocaïne in een lading fruit van het bedrijf.
De rechtbank stelt in alle zaken voorop dat het gaat om een afpersingszaak van enorme omvang. De afgelopen jaren zijn tientallen volkomen onschuldige personen slachtoffer geworden van aanslagen op hun woningen. Alleen omdat zij op een personeelslijst staan van het fruitbedrijf. Deze lijst was ten onrechte in een strafdossier gevoegd. De aanslagen zijn niet alleen ontzettend gevaarlijk, maar zorgen bovendien voor gevoelens van onveiligheid en angst in de samenleving, in het bijzonder in de Bommelerwaard.
In de uitspraken van vandaag staat de rol van de hoofdverdachte bij de afpersingspoging en aanslagen in 2020 en zijn rol en die van zijn handlangers bij de daarop volgende aanslagen in 2021 centraal.
Juridische kwalificatie
De rechtbank kwalificeert de strafbare feiten in deze zaken in veel gevallen anders dan het Openbaar Ministerie (OM) heeft gedaan. En de rechtbank acht voor een aantal verdachten minder feiten bewezen dan het OM. Dat leidt tot lagere straffen dan geëist door de officier van justitie, maar voor de door de rechtbank bewezenverklaarde en gekwalificeerde feiten krijgt de hoofdverdachte wel de maximale straf opgelegd. Het meest in het oog springend is dat het OM in alle gevallen voor het medeplegen van poging moord (of de uitlokking daarvan) is gegaan, terwijl de rechtbank tot andere kwalificaties komt, zoals poging doodslag en brandstichting, dan wel het teweegbrengen van een ontploffing, al dan niet met levensgevaar bij de aanslagen met mortierbommen en een brandstichting en zeer ernstige bedreigingen (met een misdrijf tegen het leven gericht) bij schietincidenten op donkere woningen.
Er was volgens de rechtbank weliswaar sprake van een plan bij de verdachten, maar dit plan was gericht op het - op een gruwelijke wijze - afschrikken en niet op het doden van mensen. Een veroordeling voor poging tot moord zou dus te ver afliggen van wat er daadwerkelijk is gebeurd.
Aanslagen in 2020 en 2021
Eerder dit jaar veroordeelde de rechtbank 7 mannen voor hun betrokkenheid bij de eerste reeks aanslagen (najaar 2020) op woningen gerelateerd aan het fruitbedrijf. Bij deze nachtelijke aanslagen vonden hevige ontploffingen met zware vuurwerkbommen plaats dichtbij de woningen waar de bewoners lagen te slapen. Ook wist de politie 2 aanslagen te verijdelen.
Na de reeks aanslagen in 2020 vonden een jaar later opnieuw aanslagen plaats. Tussen 2 mei en 5 juni 2021 zijn 4 woningen beschoten en is bij 1 woning brand gesticht. Het ging daarbij om woningen in Hedel, Kerkdriel, Velddriel, Waardenburg en Tiel die gerelateerd zijn aan het fruitbedrijf. Bij één schietincident is de kogel dwars door de voordeur via een tussendeur in een van de bovenkastjes van de keuken beland. Ook deze aanslagen vonden plaats in de nachtelijke uren, waarbij de bewoners in de woningen aanwezig waren. Daarnaast bestond het plan om bij een andere woning een zware vuurwerkbom naar binnen te gooien.
De opdrachtgever
De rechtbank vindt bewezen dat de 37-jarige hoofdverdachte uit Naarden in mei/juni 2019 het fruitbedrijf heeft geprobeerd af te persen en dat hij de uitlokker is van in totaal 15 aanslagen op woonhuizen gerelateerd aan dat bedrijf. Daarnaast is hij de opdrachtgever van 1 potentieel dodelijke aanslag op een familielid van een bekende vlogger. Zonder deze hoofdverdachte zouden deze aanslagen niet hebben plaatsgevonden. Voor de tweede afperspoging (dreigende sms-berichten in het najaar van 2020) volgt vrijspraak wegens gebrek aan bewijs.
De wet bepaalt dat bij een veroordeling voor meerdere misdrijven de hoogste straf met een derde kan worden verhoogd. Dat levert in dit geval een maximale gevangenisstraf van 20 jaar op. De rechtbank neemt die maximaal op te leggen gevangenisstraf als uitgangspunt. De man is recent echter veroordeeld tot 2 maanden gevangenisstraf. De wet bepaalt dat deze straf in mindering moet worden gebracht op het maximum. De rechtbank legt aan de man dus een gevangenisstraf op van 19 jaar en 10 maanden. De belangrijkste redenen voor deze – in dit geval – maximale straf zijn de hoeveelheid aanslagen en de ernst daarvan, de bepalende rol als opdrachtgever, de vergelding voor het leed dat de slachtoffers is aangedaan en het afgeven van een signaal dat terreur en intimidatie als verdienmodel niet worden geaccepteerd en uiterst hard worden bestraft.
De tussenpersoon
De rechtbank vindt bewezen dat een 22-jarige Amsterdammer samen met de hoofdverdachte 4 aanslagen (gepleegd in mei/juni 2021) vanuit de gevangenis heeft georganiseerd. Hij zocht in zijn rol als tussenpersoon naar uitvoerders en gaf aan hen gegevens en instructies door. Zonder deze 22-jarige man waren de uitvoerders niet overgegaan tot het plegen van de aanslagen. De man krijgt hiervoor een gevangenisstraf van 9 jaar.
Voor de aanslag in Waardenburg wordt hij vrijgesproken wegens gebrek aan bewijs.
3 uitvoerders
Een 18-jarige man uit Amsterdam was betrokken bij 5 aanslagen. In mei 2021 in Hedel, Kerkdriel, Velddriel en Waardenburg was hij de schutter en bij de aanslag in juni 2021 in Tiel gooide hij 2 flessen wasbenzine tegen de voordeur van een woning. De man was op het moment van het plegen van de aanslagen minderjarig. In zijn zaak staat de rechtbank voor het dilemma of het jeugdstrafrecht of het volwassenenstrafrecht moet worden toegepast. Deze keuze is bepalend voor de maximaal op te leggen gevangenisstraf. Volgens het rapport van de deskundigen pleiten meer omstandigheden voor toepassing van het volwassenenstrafrecht. Bij de afweging welk recht moet worden toegepast is voor de rechtbank uiteindelijk doorslaggevend dat de man zich binnen een maand schuldig heeft gemaakt aan het plegen van een reeks zeer ernstige feiten. Hij vervulde hierbij een leidende/sturende rol. Volgens de deskundigen heeft de man een relatief uitgerijpte persoonlijkheid. De rechtbank komt tot toepassing van het volwassenenstrafrecht, waarbij een gevangenisstraf van 11 jaar voor haar het uitgangspunt is. Gelet op zijn jonge leeftijd beperkt de rechtbank de celstraf tot 6 jaar.
Een 19-jarige Amsterdammer was betrokken bij 2 aanslagen. In mei 2021 in Waardenburg controleerde hij het huisnummer en in juni 2021 in Tiel stak hij de voordeur van de woning in brand. Voor de aanslag in Velddriel wordt hij vrijgesproken wegens gebrek aan bewijs. Hij krijgt 16 maanden jeugddetentie en de PIJ-maatregel (jeugd tbs) opgelegd. Dit is in verhouding een lagere straf omdat hij op het moment van het plegen van een deel van de feiten minderjarig was, hij verminderd toerekeningsvatbaar is en zijn rol bij 1 van de aanslagen beperkt was.
Een 24-jarige man uit Almere was als chauffeur betrokken bij de aanslag in juni 2021 in Tiel, waarbij de voordeur van een woning in brand werd gestoken. Hij krijgt daarvoor een gevangenisstraf van 2 jaar.
Undercovertraject en eerlijk proces
De bewezenverklaring van de rechtbank voor enkele aanslagen in 2020 is voor een groot deel gebaseerd op de verklaringen van de chauffeur bij die aanslagen. Hij legde tijdens een undercovertraject een verklaring af tegenover meerdere undercoveragenten over zijn rol en die van anderen. De rechtbank oordeelt, net als in de uitspraken van 7 april van dit jaar, dat de inzet van dit traject rechtmatig is geweest. Daarnaast is - ondanks de inbreuk op het ondervragingsrecht van de hoofdverdachte - sprake van een eerlijk proces als geheel en vindt de rechtbank de verklaringen van deze chauffeur betrouwbaar.
Schadevergoeding
Alle mannen moeten ook een schadevergoeding betalen aan de slachtoffers. De schadevergoedingen variëren van 5 duizend euro tot bijna 70 duizend euro. Deze bedragen bestaan uit zowel smartengeld als materiële schade.
3 Vrijspraken
Ten aanzien van 2 vermeende tussenpersonen geldt dat zij in mei en juni 2021 weliswaar informatie hebben doorgegeven, maar dat uit het dossier niet volgt dat zij wisten dat die informatie diende voor het plegen van de aanslagen in die maanden. Voor 1 vermeende uitvoerder die in juni 2021 meereed naar Tiel geldt dat de rechtbank niet kan vaststellen dat hij strafbare handelingen heeft verricht, omdat deze man niet uit de auto is geweest. Verder had hij geen bijdrage aan de brandstichting. De rechtbank spreekt hen daarom alle 3 vrij wegens gebrek aan bewijs.