Zwemmen in rivieren en kanalen
Het is weer erg warm en daarom zoeken veel mensen de verkoeling en ontspanning in de grote rivieren en kanalen. Dit kan gevaarlijk zijn. Ondanks een zwemverbod in vaargeulen en bij bruggen, sluizen en havens, zijn er jaarlijks slachtoffers te betreuren. Daarom wijst Rijkswaterstaat op de risico’s.
Boete van € 140
Zwemmen is op veel plaatsen niet alleen gevaarlijk, maar ook verboden. Hetzelfde geldt voor springen van bruggen. Je riskeert een boete van € 140 als je zwemt:
- in de vaarweg van rivieren
- in kanalen
- in de buurt van wachtplaatsen of afmeerplekken voor schepen
- in de buurt van een brug, sluis, stuw of ballenlijn
- in de routes van veerponten
- in en rond havens
- in snelvaargebieden
- op plekken die specifiek aangewezen zijn als verboden gebied
Wat zijn de gevaren van zwemmen in rivieren en kanalen?
Zwemmers zijn voor opvarenden van een binnenvaartschip nauwelijks zichtbaar. De schipper kan tot ongeveer 350 m voor zijn schip géén zicht op het wateroppervlak hebben. Het hoofd van een zwemmer die verder weg is dan die 350 m, is dan niet meer dan een kleine stip.
Een groot schip kan niet direct vaart minderen of op het laatste moment uitwijken. Bovendien kan een uitwijkend schip andere scheepvaart in gevaar brengen.
Zwemmers worden snel meegezogen door de sterke onderstroom van een passerend schip. Om een voortgaande beweging te krijgen, duwt een schip water naar de zijkant. Achter het schip komt het water vervolgens weer met grote snelheid terug naar het achterschip, waar de schroef voor de voortgaande beweging van het schip zorgt.
Ook aan de kant is die zuigende kracht goed merkbaar: de waterlijn trekt zich terug in de richting van het schip, waardoor er tijdelijk een breder strand ontstaat. Nadat het schip voorbij is, wordt het water terug gestuwd en ontstaat er een soort minivloed. Het water stijgt in korte tijd met soms wel met meer dan 50 cm.
Zwemmers zijn niet opgewassen tegen de sterke stroming van rivieren, kanalen en draaikolken. Bij een lage waterstand, vaak in de zomer, is de stroming nog sterker.
Zwemmers kunnen door de sterk wisselende temperatuur van het rivierwater kramp krijgen en onderkoeld raken.
Alhoewel zwemmen tussen kribben relatief onschuldig lijkt, is ook dit sterk af te raden. De zuiging en golfslag van passerende schepen kan ook tussen de kribben zeer sterk zijn.
Het is ook bijzonder gevaarlijk om van bruggen af te springen. Door het troebele water is de diepte niet in te schatten en zijn voorwerpen op de bodem vaak niet te zien.