Ommeren - Veehouder bestraft voor verwaarlozen dieren
De meervoudige economische kamer van de rechtbank veroordeelt een 80-jarige veehouder uit Ommeren voor het meerdere keren onthouden van de nodige verzorging van zijn dieren. De veehouder moet zijn agrarisch bedrijf stilleggen voor 12 maanden. Daarnaast legt de rechtbank een voorwaardelijke geldboete op van 2 duizend euro. Hier geldt een proeftijd van 3 jaar voor. In die proeftijd moet de man zich houden aan de aanwijzingen van de Nederlandse Voedsel- en Waren Autoriteiten (NVWA).
Bij een inspectie op 3 oktober 2017 constateerden verbalisanten van de NVWA dat enkele runderen niet konden beschikken over (ruw-)voer. Het aanwezige voer bleek beschimmeld en van slechte kwaliteit. Ook zagen de verbalisanten een rund dat geen schoon, droog en hygiënisch verblijf had. Naar aanleiding daarvan is de veehouder per brief gewaarschuwd en zijn 2 bestuursrechtelijke dwangmaatregelen opgelegd. Bij een volgende inspectie op 30 januari 2018 constateerde de NVWA dat in totaal 27 runderen geen schoon en droog dierverblijf hadden. Zo hadden veel runderen een met mest vervuilde vacht en werd in 1 van de stallen - waar 12 runderen stonden - een mesthoop van 40 centimeter hoog aangetroffen. Ook hadden 4 runderen geen drinkwater, omdat een zelfdrinker niet bleek te werken.
Niet in staat om dieren te verzorgen
De rechtbank oordeelt dat de gezondheid van de runderen is aangetast, omdat zij niet de nodige zorg kregen. Volgens de rechtbank is dit de schuld van de man. Tijdens de inspectie in oktober 2017 was de veehouder al enige tijd niet meer in staat om voor zijn dieren te zorgen. Dit was een gevolg van complicaties bij een dwarslaesie die hij eerder aan een ongeval had overgehouden. Ook zijn vrouw, die de zorg voor de dieren toen voor haar rekening nam, was inmiddels ver in de zeventig en was ook moeilijk ter been.
De rechtbank oordeelt verder dat de veehouder eerder agrarische bijstand heeft moeten inschakelen. Door dit niet te doen, nam hij het risico dat de dieren niet de verzorging zouden krijgen die zij nodig hadden. Ondanks de waarschuwing en bestuursrechtelijke maatregelen bleek dat hij op 30 januari 2018 nog steeds geen hulp had ingeschakeld en de verzorging van zijn vee nog steeds niet op orde had. Volgens de rechtbank is in beide gevallen sprake van voorwaardelijk opzet voor het onvoldoende zorgdragen voor het welzijn van zijn dieren. Omdat de man het bedrijf samen met zijn vrouw runde en zij ook voor de dieren zorgde, vindt de rechtbank ook medeplegen bewezen. Dat wil zeggen dat de vrouw zich ook schuldig maakte aan deze strafbare feiten.
Niet aan voorwaarden gehouden
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met het feit dat de officier van justitie de zaak in mei 2018 voorwaardelijk heeft geseponeerd. Dit houdt in dat de officier van justitie aanvankelijk voorlopig afzag van een strafzaak. Daarbij was onder meer de voorwaarde gesteld dat de veehouder het aantal dieren niet meer mocht uitbreiden en dat hij op 1 november 2018 niet meer dan 2 runderen en 2 schapen mocht houden. Aan deze voorwaarden heeft de veehouder zich niet gehouden. Daarom dagvaardde de officier van justitie de veehouder alsnog voor de feiten uit oktober 2017 en januari 2018.
Stillegging bedrijf veehouder op zijn plaats
De rechtbank wil aannemen dat de veehouder in het verleden een kwalitatief goed bedrijf had en dat hij zijn vak verstond. Maar nu hij en zijn vrouw inmiddels op hogere leeftijd zijn en kampen met gezondheidsproblemen, blijkt dat hij zijn vee niet zonder hulp van derden van de vereiste zorg kan voorzien. De officier van justitie heeft hem terecht een termijn gegeven om zijn veestapel in te krimpen tot 2 runderen en 2 schapen. Maar de veehouder wil zich niet houden aan de voorwaarden die hem door anderen, de NVWA en de officier van justitie, worden opgelegd. Omdat in 2019 opnieuw is gebleken dat de veehouder zijn bedrijf niet op orde had en meer vee hield dan was afgesproken, oordeelt de rechtbank dat een stillegging van zijn bedrijf op zijn plaats is.
Straf conform eis
De voorwaardelijke geldboete van 2 duizend euro moet ertoe bijdragen dat de veehouder meewerkt aan controles door de NVWA en zich houdt aan hun aanwijzingen. De straf is gelijk aan de eis van de officier van justitie, ook al spreekt de rechtbank de man vrij van het niet tijdig registreren van lammeren omdat de daarvoor geldende termijn nog niet was verstreken.