Op 6 juli 2016 was op de kruising tussen de Oude Koningsstraat en de Noord-Zuid in Puiflijk een aanrijding tussen een personenauto en een motorfiets. Op de motorfiets zat een 53-jarige man, die als gevolg van de aanrijding viel en ernstig letsel opliep.

 

Geen sprake van misdrijf

De man naderde in zijn personenauto de voorrangsweg waarop het slachtoffer op zijn motorfiets reed. Hij matigde zijn snelheid en zei wel naar links en rechts te hebben gekeken voordat hij de kruising overstak. Maar daarbij zag de man het slachtoffer niet aankomen. Toen hij de kruising bijna over was gestoken, reed het slachtoffer – die van rechts kwam - tegen zijn auto aan. Anders dan de officier van justitie vindt de rechtbank dat de man alleen geen voorrang heeft verleend aan het slachtoffer. Daarmee heeft hij niet een dusdanig ernstige verkeersfout gemaakt dat sprake is van een misdrijf (artikel 6 WVW). Hij heeft geen andere verkeersregels overtreden. De rechtbank heeft de man in zoverre dan ook vrijgesproken. De rechtbank vindt wel dat hij, door geen voorrang te verlenen, gevaar op de weg heeft veroorzaakt en hiermee een verkeersovertreding heeft begaan.

 

Andere bewezenverklaring

Bij de strafoplegging hield de rechtbank in het voordeel van verdachte rekening met het feit dat hij niet eerder voor een verkeersovertreding is veroordeeld. Verder heeft de rechtbank zijn proceshouding en schuldbewustheid in het proces en tijdens de zitting meegewogen in haar oordeel. Het ongeval heeft ook op de man een grote impact gehad. Kijkend naar deze omstandigheden en het feit dat de rechtbank tot een andere bewezenverklaring komt dan de officier van justitie, heeft de rechtbank een lagere straf opgelegd dan door de officier van justitie geëist.