Eerste Kamer steunt wet om straffen effectiever uit te voeren
De Eerste Kamer heeft vandaag een wet aangenomen waardoor straffen snel en daadwerkelijk worden uitgevoerd, en instanties tijdig en volledig worden geïnformeerd om hun taak goed uit te voeren. Dit moet voorkomen dat veroordeelden uit het zicht verdwijnen voordat hun straf er helemaal op zit. De regie over de tenuitvoerlegging van straffen komt in handen van de minister van Veiligheid en Justitie in plaats van het openbaar ministerie (OM).
De regeling is een belangrijk onderdeel van de modernisering van het Wetboek van Strafvordering en bevat een algehele herziening van de tenuitvoerlegging van geldstraffen, schadevergoedings- en ontnemingsmaatregelen, vrijheidsbenemende sancties, justitiële voorwaarden (voorwaardelijke straffen en voorwaardelijke invrijheidstelling) en taakstraffen.
De nieuwe wet zorgt voor minder administratieve rompslomp. Ook zijn procedures en taalgebruik gemoderniseerd. Allerlei bepalingen waren eerst versnipperd over het Wetboek van Strafrecht en dat van Strafvordering, en zijn nu samengebracht in een nieuw boek in het Wetboek van Strafvordering. Dit boek “Tenuitvoerlegging” heeft een heldere structuur en een nieuwe nummering van de artikelen.
In de nieuwe opzet stuurt het openbaar ministerie alle uit te voeren strafrechtelijke beslissingen naar het Administratie- en Informatie Centrum voor de Executieketen (AICE) dat namens de minister de administratieve logistiek verzorgt. Het AICE is ondergebracht bij het CJIB en zorgt ervoor dat elke speler in de keten de voor de uitvoering van de straf noodzakelijke informatie op maat, tijdig en juist krijgt aangeleverd. Dit maakt persoonsgerichte tenuitvoerlegging mogelijk.
Het OM blijft verantwoordelijk voor het stellen van voorwaarden bij een voorwaardelijke invrijheidstelling en voor het aanbrengen van zaken bij de strafrechter, ook tijdens de tenuitvoerlegging. Bijvoorbeeld als een veroordeelde in de fout gaat en vervangende hechtenis geboden is.