Geldermalsen - Geen vervolging na aangifte tegen agent incident
Het Openbaar Ministerie Oost-Nederland zal geen strafvervolging instellen naar aanleiding van een aangifte van een inwoonster van Geldermalsen tegen de politie. De vrouw deed aangifte na het optreden van de politie op 16 december 2015. Op deze avond vonden in Geldermalsen hevige rellen plaats in verband met de mogelijke komst van een AZC. Het OM is van oordeel dat het optreden van de agent tegen wie de aangifte is gericht, proportioneel was en merkt de agent daarom niet als verdachte aan.
De vrouw liep op 16 december met haar partner naar haar woning in het centrum van Geldermalsen. Op het moment dat zij op de hoek Marktplein/Rijksstraatweg komen, stuurt een aanhoudingseenheid van de politie mensen weg bij een café aan de Rijksstraatweg. Volgens aangeefster is zij door de politie op de grond geduwd en vervolgens met een knuppel op haar hoofd geslagen.
Om het politieoptreden te beoordelen, is uitgebreid onderzoek gedaan. Er werden camerabeelden bekeken en getuigen gehoord. Op camerabeelden is te zien dat het wegsturen van de mensen bij het café met gepaste dwang gebeurt. Ook tegen de partner van aangeefster wordt opgetreden, waarbij de man ten val komt. De aangeefster loopt vervolgens in de richting van de politie, ondanks waarschuwingen dat zij afstand moet houden. De vrouw krijgt vervolgens een duw en komt ten val. De agent tegen wie aangifte gedaan is, heft vervolgens zijn wapenstok omhoog, maar slaat niet. Op de beelden is te zien dat de agent de wapenstok omhoog brengt, maar vervolgens zonder te slaan weer naar beneden brengt. Op de beelden is wel een slaande beweging te zien van een andere agent, deze slaande beweging lijkt de aangeefster niet te raken, wat ook in overeenstemming is met de verklaring van aangeefster.
De vrouw is na het incident in het ziekenhuis behandeld voor hersenletsel. Dit letsel heeft onmiskenbaar grote gevolgen gehad voor aangeefster. Onderzoek heeft echter uitgewezen dat dit letsel pas later is opgetreden. Een verband tussen de val en het letsel is niet in voldoende mate vast te stellen.
Het Openbaar Ministerie concludeert dat de agent met de duw tegen het bovenlichaam van de vrouw het minst ingrijpende middel heeft toegepast. Ook was de duw proportioneel, gezien de omstandigheden die avond in Geldermalsen en het gedrag van de vrouw.
De aangeefster is van het besluit van het Openbaar Ministerie in kennis gesteld en kan tegen deze beslissing beroep aantekenen via een artikel 12 Wetboek van Strafvordering-procedure bij het Gerechtshof.