Landelijk - Eerste inventarisatie jaarwisselingszaken
De politie heeft in totaal 276 personen bij het Openbaar Ministerie aangeleverd na aanhouding wegens een misdrijf dat verband hield met de jaarwisseling. Dat blijkt uit een eerste inventarisatie die vandaag bij alle parketten van het OM is gehouden. Dit getal levert een substantiële daling op ten opzichte van voorgaande jaarwisseling; toen werden er op 1 januari 377 aanhoudingen geteld. De meeste feiten betreffen geweld, waarvan 86 maal geweld tegen personen met een publieke taak, 97 maal geweld tegen overige personen en 73 maal geweld tegen goederen. In twintig zaken betrof het andersoortige feiten, zoals vuurwerkzaken.
Het OM beschouwt Oud & Nieuw als een evenement. Dit houdt in dat bij de beoordeling van jaarwisseling gerelateerde strafzaken een verzwaringsfactor van 75 procent geldt. Of dit uiteindelijk zal leiden tot een 75 procent hogere straf is afhankelijk van de overige omstandigheden van het delict en de verdachte. De officier van justitie houdt bij de beoordeling van een strafzaak hier altijd rekening mee.
Mensen met een publieke taak (bijvoorbeeld politie, ambulancepersoneel, brandweer) zorgen voor de veiligheid van een ieder tijdens Oud & Nieuw en moeten ongehinderd hun werk kunnen doen. Indien er sprake is van agressie of geweld tegen hen geldt bij de beoordeling van de strafzaak het reguliere beleid: een verzwaringsfactor van 200 procent. Deze verzwaring staat dus los van Oud & Nieuw. Wel zal de officier van justitie bij de beoordeling van de strafzaak ook hiér de verzwaringsfactor van 75 procent meenemen omdat het OM Oud & Nieuw als een evenement beschouwt. Wat de uiteindelijke straf wordt, is wederom afhankelijk van de overige omstandigheden van het delict en de verdachte. Personen die verdacht worden van agressie tegen mensen met een publieke taak, worden in beginsel voor de rechter gebracht.
Uit de eerste inventarisatie blijkt verder dat inmiddels dertig zaken door het OM zelf zijn beoordeeld en afgedaan met een geldboete en 27 zaken met een taakstraf.
Zeventien zaken zijn geseponeerd (in de meeste gevallen bij gebrek aan bewijs) en 45 personen zijn met een dagvaarding heengezonden. Dat betekent dat zij zich op een later moment voor de rechter moeten verantwoorden.
Zaken die juridisch gezien eenvoudig van aard zijn en dus weinig onderzoek vergen, worden binnen drie dagen (termijn inverzekeringstelling) voor de supersnelrechter gebracht. Dat betreft dit jaar acht personen. Het gaat daarbij vooral om feiten als gooien met vuurwerk, vernieling en geweld tegen personen met een publieke functie.
Complexere zaken waarin aanvullend onderzoek nodig is (zoals bij grote ordeverstoringen), zullen in het algemeen niet in aanmerking komen voor supersnelrecht. Deze zaken zullen behandeld worden op snelrechtzittingen (binnen de termijn van inbewaringstelling dus maximaal binnen veertien dagen) of reguliere zittingen. Personen die voor de (super)snelrechter worden gedagvaard, zitten sowieso vast tot aan de zitting.
Bij de rechtbanken Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Midden-Nederland staan op 4 januari supersnelrechtzittingen gepland die gebruikt kunnen worden voor zaken rond Oud & Nieuw.
Opgelegde taakstraffen zullen zoveel mogelijk kort na de jaarwisseling uitgevoerd worden en opgelegde gevangenisstraffen zullen zoveel mogelijk aansluitend op de (super)snelrechtzitting worden uitgezeten. Indien veroordeelden hun straf niet accepteren en hoger beroep instellen, zullen de ressortsparketten en de gerechtshoven deze zaken met voorrang behandelen.