Gemeenten Rivierenland - Jongere dicht bij huis helpen
In het voormalig koninklijk weeshuis in Buren hebben de tien samenwerkende gemeenten in de regio Rivierenland en de Raad voor de Kinderbescherming op vrijdag 31 oktober een samenwerkingsovereenkomst getekend om specifieke hulp aan jeugdigen goed te organiseren. Gemeenten krijgen vanaf 1 januari 2015 nieuwe taken en voeren vanaf dat moment de regie over alle vormen van zorg en hulp voor de jeugd. Gemeenten en de Raad voor de Kinderbescherming gaan hierbij intensief met elkaar samenwerken. Rivierenland is de eerste van zeven Gelderse regio’s waarmee de Raad voor de Kinderbescherming deze afspraken tekent.
Afgelopen weken hebben alle gemeenten in de regio Rivierenland ingestemd met de samenwerkingsafspraken. Bestuurder Henk Driessen, in zijn rol als voorzitter van de tijdelijke programmaraad Sociale Ontwikkeling, ondertekende de overeenkomst namens de tien samenwerkende gemeenten in de regio Rivierenland (Buren, Culemborg, Geldermalsen, Lingewaal, Maasdriel, Neder-Betuwe, Neerijnen, Tiel, West Maas en Waal en Zaltbommel). Regiodirecteur Martin van Wifferen tekende namens de Raad voor de Kinderbescherming in Gelderland.
Gemeenten voeren vanaf volgend jaar de regie over alle vormen van zorg en hulp voor de jeugd. Hiervoor zullen verschillende organisaties samenwerken. Tot het nieuwe takenpakket van de gemeenten hoort ook het zogenaamde gedwongen kader: jeugdbescherming en jeugdreclassering. De Raad voor de Kinderbescherming behoudt na 1 januari 2015 zijn huidige wettelijke taken op die terreinen.
De gemeenten in Rivierenland hanteren het uitgangspunt dat als jongeren problemen hebben, eerst alles op alles wordt gezet om die problemen in de gezinsomgeving en in de eigen buurt op te lossen. De Raad voor de Kinderbescherming (onderdeel van het Ministerie van Veiligheid en Justitie) wordt ingeschakeld als de omstandigheden waaronder een kind opgroeit (of wordt opgevoed) zorgelijk zijn, de geboden vrijwillige hulpverlening niet (meer) voldoende is of het gezin hulp weigert.
Dan kunnen de volgende organisaties ingrijpen:
Dan kunnen de volgende organisaties ingrijpen:
o De Raad voor de Kinderbescherming onderzoekt de situatie van het kind;
o De Raad vraagt een kinderbeschermingsmaatregel aan de kinderrechter;
o De kinderrechter neemt de beslissing (‘spreekt de maatregel uit’);
o Een gecertificeerde instelling voert de maatregel uit.
De gemeente maakt afspraken met deze gecertificeerde instellingen en betaalt ze.
In een samenwerkingsprotocol regelen gemeenten en Raad voor de Kinderbescherming hun samenwerking. De Raad voor de Kinderbescherming vormt de toegangspoort voor jeugdbescherming en toetst of die voldoende effect heeft om de kinderbeschermingsmaatregel te kunnen beëindigen. Daarnaast adviseert de raad over het opleggen van jeugdreclasseringmaatregelen en houdt toezicht op het werk van de instellingen voor jeugdreclassering.
Bestuurder Henk Driessen over het samenwerkingsprotocol dat de regiogemeenten hebben afgesproken met de Raad voor de Kinderbescherming: “De regiogemeenten en de Raad voor de Kinderbescherming hebben afgesproken dat we de inzet van dwang bij jeugdbescherming zo veel mogelijk willen voorkomen. We zullen er alles aan doen om problemen dicht bij huis op te lossen. Adviezen die we van de raad krijgen, helpen hierbij. We weten ook dat het niet altijd zal lukken om problemen dicht bij huis op te lossen. Een goede samenwerking met de Raad van de Kinderbescherming is een randvoorwaarde voor gemeenten om succesvol hun nieuwe takenpakket op het gebied van jeugdhulp uit te voeren.”