Flinke afname automobilisten met drank op
Steeds minder automobilisten stappen na een avondje uit in het weekeinde achter het stuur als ze wat gedronken hebben. Dit blijkt uit het onderzoek ‘Rijden onder invloed in Nederland in 2002-2013’, dat het ministerie van Infrastructuur en Milieu vandaag publiceert.
Het aantal overtreders is de afgelopen twaalf jaar ruim gehalveerd: in 2002 liep 4,8 procent van de automobilisten nog tegen de lamp bij alcoholcontroles, terwijl dit vorig jaar slechts 1,8 procent was. Steeds meer automobilisten drinken helemaal niets als ze nog moeten rijden. Het percentage bestuurders met geen of heel weinig alcohol op bedroeg vorig jaar 94,9 procent.
Verder is er steeds minder vaak alcohol in het spel bij zware verkeersongevallen. Tussen 2011 en 2013 daalde het geschatte aandeel ernstig gewonden gerelateerd aan alcoholgebruik van 25 procent naar 19 procent.
Minister Schultz van Haegen (Infrastructuur en Milieu) is blij met de resultaten. “Mensen beseffen steeds meer dat drinken en rijden niet samengaan. Deze ontwikkeling is goed voor de verkeersveiligheid.”
Onder jonge mannen van 18-24 jaar is de dalende trend opvallend sterk. In 2008 bleek 5,0 procent van hen te veel drank op te hebben. Vorig jaar was dit nog maar bij 2,5 procent het geval. Dit is goed nieuws voor alle weggebruikers, want uit onderzoek blijkt dat deze jonge bestuurders extra gevaarlijk zijn wanneer ze met een slok op rondrijden. Dit komt onder andere door hun onervarenheid. Uit onderzoek van het SWOV blijkt dat ze ook heftiger reageren op alcohol dan oudere bestuurders.