Culemborg - Agent niet vervolgd na schietincident
Het Openbaar Ministerie Oost-Nederland gaat een agent die op 6 augustus 2012 betrokken was bij een schietincident in Culemborg, niet vervolgen. Uit onderzoek van de Rijksrecherche is gebleken dat de man rechtmatig heeft gehandeld.
Inbraak
Op 6 augustus 2012 kwam er een melding binnen dat er ingebroken werd aan de Stationssingel in Culemborg. De agent die als eerste ter plaatse komt, ziet dat er aan de achterzijde van de woning 4 jonge mannen staan waarvan hij vermoedt dat ze aan het inbreken zijn. Hij ziet dat de mannen glimmende voorwerpen in hun handen hebben waarvan hij vermoedt dat het breekijzers zijn. Hij roept dat zij aangehouden zijn, ziet dat ze in zijn richting rennen en neemt dan zijn vuurwapen ter hand. Omdat hij ziet dat de mannen niet blijven staan, lost hij eerst een waarschuwingsschot schuin in de richting van de grond. Hierna worden nog 2 schoten gelost, gericht op de benen van de mannen. De mannen ontsnappen en de politieman gaat er van uit dat er geen gewonden zijn gevallen. Hij ziet dan dat één van deze drie mannen een glimmend voorwerp laat vallen.
De volgende dag meldt zich de moeder van een man bij de politie met de verklaring dat haar zoon in zijn hand is geschoten. De man heeft zich onder een valse naam laten behandelen in het ziekenhuis. Hij verklaart op de stoep in de buurt van de betreffende woning te hebben gestaan toen er plotseling 3 jongens kwamen aanrennen en er door de politie geschoten werd. De man zou zijn getroffen door het eerste (kennelijk afgeketste) waarschuwingsschot. Deze man is inmiddels onherroepelijk veroordeeld voor medeplichtigheid aan de poging woninginbraak aan de Stationssingel te Culemborg. De man heeft niet verteld of willen vertellen wie de andere drie personen waren die daar aanwezig waren. Deze zijn ook niet bekend geworden.
Onderzoek Rijksrecherche
Naar aanleiding van het vuurwapengebruik door de agent en de melding van de man stelde de Rijksrecherche, zoals gebruikelijk, een onderzoek in naar de toedracht van dit incident. Het Openbaar Ministerie Oost-Nederland concludeert nu op basis van dit onderzoek dat de agent heeft gehandeld volgens de richtlijnen. Het waarschuwingsschot was onder meer gerechtvaardigd omdat er sprake was van een potentieel dreigende situatie waarin 4 personen, die glimmende voorwerpen in de handen hadden, in de richting van de politieman renden. Ten aanzien van de andere schoten heeft alleen de politieagent een verklaring afgelegd. Ook de persoon die geraakt is, wil verder niet verklaren.
De zaak zal worden geseponeerd omdat er ten aanzien van het waarschuwingsschot sprake was van rechtmatig politieoptreden en ten aanzien van de overige schoten onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is dat er sprake is van een strafbaar feit.