Blog: De man met het zwaard
Gezellig samen met mijn collega Kees een dagje ‘op de auto’. Zoveel zaten we niet met elkaar, dus ik verheugde me erop. Nog geen uur later kregen we de melding dat een gewapende man op het metrostation RET-personeel zou bedreigen. Hij zou een mes hebben, mogelijk meerdere.
Op het metrostation gekomen, namen we beiden uit voorzorg de lange wapenstok mee en spoedden ons naar boven. Daar zagen we een donkere man met een donkere zonnebril die op de grond zat met zijn rug tegen een glazen achterwand. In beide gebalde vuisten had hij een soort stalen punt of priem geklemd, die hij stevig vasthield. Naast hem stond een rugzak waaruit een paraplu in een vuilniszak stak. Althans, dat dachten wij.
Ik sommeerde hem om de wapens te laten vallen en zijn handen te laten zien, maar hij weigerde dit. Hierop sloeg ik hem met de lange wapenstok op zijn handen, maar dit had geen effect. Ik pakte mijn pepperspray en spoot hem in het gezicht. Ik kon niet goed zien of het effect had vanwege de zonnebril, dus gebruikte nogmaals mijn wapenstok op de handen van de verdachte.
Plotseling stond de verdachte op, draaide zich om en pakte bliksemsnel de in de vuilniszak gehulde ‘paraplu’. Hij draaide zich om en haalde met het voorwerp uit naar Kees. De paraplu bleek een houten zwaard te zijn. Hij sloeg Kees naar het hoofd, maar die weerde met zijn arm de slag af. Het zwaard kletterde op Kees’ onderarm en dat leverde een fikse wond op. Vervolgens sloegen wij de verdachte met de wapenstok en gebruikten nogmaals ons busje pepperspray.
Wat ondertussen gebeurde, is met geen pen te beschrijven. Omdat de metro door de RET stilgezet was, hoopten mensen zich op het perron op. Ik denk wel honderd. Veel mensen hadden niet gezien dat de verdachte van plan was iemand van de RET of ons van de politie neer te steken en ook niet dat de verdachte met een houten zwaard de onderarm van Kees haast afhakte. Ze zagen wel veel geweld vanaf onze kant naar de verdachte toe.
De verdachte werd vervolgens vanuit de menigte aangemoedigd om zich te verdedigen en wij werden als mishandelaars en doodslagers gezien. Het was werkelijk angstaanjagend. Gelukkig was er veel RET-personeel aanwezig dat ons afschermde, zodat we de verdachte konden overmeesteren, want anders was ik bang geweest dat we door de woedende menigte gelyncht waren. We hadden geen uitweg en konden geen kant op. Ik had me al voorgenomen, en Kees ook, om bij een doorbraak van de menigte de metrobaan op te vluchten en het spoor richting Maashaven uit te rennen.
Er zijn weinig momenten in mijn carrière, en ook in die van Kees, dat ik angst had maar dit was er zo een. We voelden ons even niet in veilig Nederland, maar in een of ander anarchistisch, wetteloos land waar het recht van de sterkste heerst. Wat we niet wisten en beseften, was dat de meldkamer via camerabeelden had meegekeken en met spoed collega’s naar ons had gestuurd. Wat waren wij blij toen een horde collega’s de trappen op kwam rennen en ons ontzette.
Achteraf bleek dat de assistentie drie minuten later al ter plaatse was, maar voor mijn gevoel duurde het een eeuwigheid. Kees had een flinke wond aan zijn onderarm maar hield er geen blijvend letsel aan over. Kees en ik rijden naar het bureau. Ik kijk Kees aan. ‘Hier zijn we goed vanaf gekomen Keessie’, zeg ik tegen hem. Kees is zichtbaar aangeslagen, de anders zo praatzame Kees is opvallend stil.
De verdachte werd later niet veroordeeld, maar ontoerekeningsvatbaar verklaard. Hij hield in de rechtszaal zelf een pleidooi dat kant noch wal raakte en schoffeerde diverse keren de officier van justitie en de rechter door deze telkens te onderbreken. Hij had in zijn tas nog diverse messen en slagvoorwerpen zitten en was stellig van plan om ons letsel toe te brengen. De werkelijkheid was anders dan wat de burgers zagen. Helaas kunnen we dit niet altijd uitleggen.
Piet Kats is 44 jaar en werkt als brigadier in de noodhulp Rotterdam op district Zuid. Al 18 jaar in het blauw, motorrijder en specialist op het gebied van verkeer.
Piet: 'Ik heb de afgelopen twee jaar meer dan 100 incidenten uit 18 dienstjaren opgeschreven. Daar wilde ik iets mee doen en daarom heb ik, om uit te proberen, een blog gemaakt. Mijn doel is burgers eens te laten kijken door de bril van een politieagent en meer begrip te vragen voor ons werk en handelen.’