Het OM heeft vier maanden voorwaardelijke gevangenisstraf geëist tegen een 28-jarige vrouw uit Alphen aan den Rijn die ervan wordt verdacht dat zij wist van het voornemen van een bewoner van de Argostraat om een gasexplosie te veroorzaken in zijn woning, maar dit niet meldde bij de politie, justitie of de flatbewoners.

De gasexplosie vond plaats op maandag 6 december 2010 in een flatgebouw aan de Argostraat in Alphen aan den Rijn. Na de explosie volgde een uitslaande brand. Bij de gasexplosie kwam de bewoner van de flat om het leven en raakten veel woningen in het flatgebouw geheel of gedeeltelijk beschadigd.  
De officier benadrukte dat de verdachte niet wordt vervolgd voor het veroorzaken van de explosie. De enige die daarvoor verantwoordelijk is, is de bewoner zelf. Onderzoek
Na de gasexplosie in de Argostraat startte Politie Hollands Midden onder leiding van het Openbaar Ministerie een Team Grootschalige Opsporing. Uit het onderzoek bleek dat de bewoner suïcide had  gepleegd door een gasexplosie te veroorzaken. Uit dit onderzoek kwam ook de verdenking tegen de 28-jarige verdachte naar voren. Zij bleek kort voor de explosie twee telefoongesprekken met de bewoner te hebben gevoerd, waarin hij over zijn voornemen vertelde. De vrouw heeft toen tegen de bewoner gezegd dat hij de ramen open moest doen, dit om een explosie te voorkomen. Ook stuurde zij hem een 
sms-bericht waarin ze hem schreef: “doe het niet en houd op”. Zeven minuten voor de gasexplosie had de vrouw de bewoner voor de laatste keer aan de lijn. De officier van justitie verwijt de vrouw dat ze hierna niet direct gehandeld heeft. De 28-jarige vrouw wordt hiermee verdacht van overtreding van artikel 136 Wetboek van Strafrecht. In dit artikel staat dat als je kennis draagt dat iemand het voornemen heeft tot het plegen van bepaalde zware misdrijven, je dat moet melden aan de politie. Doe je dat niet, dan ben je strafbaar. De maximum straf is 1 jaar gevangenisstraf. Indien de vrouw direct de politie had gewaarschuwd, had de gasexplosie mogelijk voorkomen kunnen worden. De verdachte verklaarde zelf dat ze de bewoner niet serieus nam. Volgens de officier blijkt uit het feit dat de vrouw tegen de man zei dat hij de ramen open moest zetten en dat zij hem sms’te om het niet te doen, dat zij het wel voor mogelijk hield dat de man de explosie zou veroorzaken. Bovendien was het in deze zaak niet aan de verdachte om een inschatting te maken of het voornemen om het misdrijf te begaan serieus genomen moest worden. Die afweging is aan de politie. De officier eist een straf van vier maanden voorwaardelijke gevangenisstraf. Hij kijkt daarbij naar vergelijkbare zaken uit het verleden, naar het feit dat de vrouw een blanco strafblad heeft en dat zij de ontploffing nooit gewild heeft.