Culemborg - EOD officieel over naar Soesterberg
De Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EOD) is inmiddels (vorige week) officieel overgegaan van Culemborg naar Soesterberg. In 2009 werden de afzonderlijke afdelingen van de krijgsmachtdelen gebundeld in de EOD. Nu is de organisatie ook fysiek samengebracht op de nieuwe Sergeant-majoor Scheickkazerne. Alleen de maritieme EOD-compagnie blijft in marinehaven Den Helder.
Het nieuwe complex beschikt over lesfaciliteiten waar cursisten leren omgaan met EOD-materieel, zoals mijndetectoren. Er staat een staflesgebouw, een kenniscentrum, werkplaatsen, een modellenzaal voor studiedoeleinden met een van de meest uitgebreide explosievencollecties ter wereld. Verder zijn er loodsen van waaruit EOD-voertuigen direct kunnen uitrukken.
Schietbaan
Op het terrein bevinden zich verder een oefengebied dat is voorzien van een schietbunker en een demontagebos waar EOD’ers hun vaardigheden kunnen trainen. Ook worden aankomend EOD’ers hier opgeleid in technieken, gereedschappen en procedures. In de schietbunker testen de militairen de effecten van de zogenoemde EOD-wapens. Dit zijn apparaten die een soort prop of een waterstraal zo hard afschieten dat het een explosief onklaar maakt. Volgend jaar wordt ook nog een munitiewerkplaats opgeleverd waar onder geconditioneerde omstandigheden aan munitie kan worden gewerkt.
De EOD is verantwoordelijk voor de identificatie en ruiming van explosieven. Dat varieert van vondsten uit de Tweede Wereldoorlog tot geïmproviseerde explosieven. De dienst is zowel actief op het land als op het water. Jaarlijks krijgt de EOD zo’n 2000 meldingen. Dagelijks staan er 3 tot 4 EOD-ploegen klaar. Ook wordt de dienst in uitzendgebieden ingezet ter bescherming van Nederlandse eenheden.